Met iets meer dan 225.000 inwoners is Tilburg de zevende gemeente van Nederland. En toch is er binnen de stadsgrenzen geen speciaalzaak met ‘het betere kookgerei’ meer te vinden. Jungerhans, Pierson, Cook & Co, De Nijs; ze zijn allemaal verdwenen. En daar ziet Guus Teurlings een kans: in de komende maanden gaat hij zijn assortiment kookboeken terugbrengen en daarvoor in de plaats komt er meer kookgerei.
Kookboeken geen ‘booming-business’
Elf jaar geleden opende Guus Teurlings, na een flinke verbouwing, ‘63ᵒ kookboeken en koken’ dat sinds die tijd in de Willem II straat zit. De naam komt van de temperatuur om het perfecte ei te koken met een iets gestolde dooier en zacht, net gaar eiwit. Teurlings stamt uit een klassieke horecafamilie maar paste ervoor die sector in te gaan. Zo’n vijftien jaar geleden kwam hij tijdens een uitje in Deventer een bijzondere boekwinkel tegen, ‘Het nieuwe Aaltje’, met alléén maar kookboeken.
Die zijn er niet veel in ons land. “Er werd en wordt heel veel over kookboeken geschreven en gesproken, maar dat leidt niet automatisch tot hoge verkopen. In de top 100 van boekverkopen staan maar twee kookboeken: van Ottolenghi en Jamie Oliver. Het is dus zeker geen ‘booming business’, met minder dan 7% omzet binnen de totale boekenmarkt”, aldus Teurlings.
Toch hield hem dat niet tegen. De niche fascineerde hem en hij besloot elf jaar geleden hetzelfde, maar dan in Tilburg te gaan doen. Het doel was niet om veel geld te verdienen, dat hoefde ook niet, maar om zijn hart en passie te volgen. Zijn liefde en kennis voor voeding en dranken, de ‘horeca-roots’ kwamen toch nog goed van pas, vormden de basis voor ‘63ᵒ kookboeken en koken’. “We zijn gewoon gestart. Ik had geen verstand van het boekenvak, wél van handel en ik kon goed mijn kennis en verkoopvaardigheden aan de klanten overbrengen zonder dat er veel druk om te scoren achter zat”, aldus Teurlings. “Ik was nergens bij aangesloten, dus kon heerlijk mijn eigen plan trekken. Daarvoor was ik commercieel eindverantwoordelijk bij een groot bedrijf in facilitaire dienstverlening en dat leverde meer dan voldoende stress op. Dat wilde ik niet meer.”