Wetsvoorstel Franchise naar Tweede Kamer. Nu snel invoeren
Het wetsvoorstel Franchise dat staatssecretaris Mona
Keijzer vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd is
volgens het Vakcentrum, de brancheorganisatie voor
zelfstandig ondernemers in de detailhandel, een
minimumpakket dat zo snel mogelijk moet worden ingevoerd.
De voorgestelde wetgeving brengt in ieder geval de
noodzakelijke versterking van de positie van de
franchisenemers tot stand. Dit brengt de positie van
franchisenemers en franchisegevers meer in balans, zo
constateert het Vakcentrum na een eerste lezing.
De staatssecretaris heeft, door het initiatief om de
belangrijke uitgangspunten in de franchiserelatie in het
Burgerlijk Wetboek te regelen, volgens het Vakcentrum, een
samenhangend geheel gepresenteerd. Het wetsvoorstel raakt
alle fasen van de franchiserelatie, te beginnen met de
precontractuele fase. Daarnaast benoemt het wetsvoorstel de
begrippen ‘goed franchisegeverschap’ en ‘goed
franchisenemerschap’. Het wetsvoorstel bevat voor het
Vakcentrum dan ook een minimumpakket dat ten grondslag moet
liggen aan succesvolle economische samenwerking binnen
franchise.
Belangrijke verbetering voor franchisenemers
In het voorstel van Keijzer zitten volgens het Vakcentrum
een aantal belangrijke verbeteringen voor de positie van de
franchisenemers. Zo wordt nadrukkelijk bepaald dat de
franchisegever zowel voorafgaand aan als tijdens de
overeenkomst die informatie moet verstrekken die
weloverwogen beslissingen van de (kandidaat)franchisenemer
mogelijk maakt. Dit is nu veelal onvoldoende.
Franchisenemers krijgen ook een duidelijke stem bij
wijzigingen in de formule met ingrijpende financiële
consequenties. De franchisegever is dan verplicht het
overleg aan te gaan met de individuele franchisenemers of
een vertegenwoordiging van franchisenemers.
Met betrekking tot het beëindigen van de
franchisesamenwerking wordt aangegeven dat al in de
franchiseovereenkomst beschreven moet worden hoe de goodwill
wordt bepaald. Ook worden strenge voorwaarden gesteld aan
een eventueel non-concurrentiebeding.
Minimumpakket
Het Vakcentrum ziet de wet als minimumpakket omdat een
aantal problemen uit de franchisepraktijk niet wordt
aangepakt. Zo wordt niets gezegd over franchisegevers die
belemmeren dat een bedrijf wordt overgenomen door een kind
of de samenwerking voor een tweede of volgende vestiging
blokkeren. Ook het eisen van meer financiële zekerheid dan
strikt noodzakelijk, wordt niet expliciet tegengegaan.
Snel invoeren
Het Vakcentrum dringt aan op snelle invoering van de wet.
Met dit voorstel kan een einde komen aan een jarenlange
discussie. De wet biedt een goede bijdrage aan een meer
evenwichtige verhouding tussen franchisenemer en
franchisegever.
Lees hier het wetsvoorstel en de memorie van
toelichting