De beroepsbegeleidende leerweg (BBL): zorg voor goede contracten

Het bieden van een BBL-contract aan jonge medewerkers heeft verschillende voordelen. Zo is de wettelijke ketenregeling niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst: medewerkers met een BBL-contract kunnen hun opleiding afmaken zonder dat de werkgever ze in vaste dienst moet nemen. Bovendien kunnen redelijke kosten van een BBL opleiding (niet loon), opgebouwd in de periode van de opleiding, in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Voorwaarde hiervoor is dat de arbeidsovereenkomst niet binnen een halfjaar na afronding wordt voortgezet. Tenslotte sluit een BBL-constructie goed aan bij de levensmiddelenbranche, die al sinds jaar en dag leerlingen en studenten voorziet van de eerste werkervaring.

Helaas gaat het niet altijd goed met het aangaan van een BBL-contract. Vakcentrum Bedrijfsadvies zet enkele aandachtspunten op een rij.

Jonge medewerker supermarkt

Zorg voor goede arbeidsovereenkomst.

Werkgevers verzuimen regelmatig een schriftelijke arbeidsovereenkomst met de medewerker te sluiten waarin uitdrukkelijk een verband is gelegd met de leerovereenkomst. Soms is er alleen een door de werkgever ondertekende leerovereenkomst; een A4’tje van het opleidingsinstituut met leer-werk-voorwaarden over de duur van de opleiding. In deze overeenkomst staan niet de arbeidsrechtelijke afspraken die je als werkgever met de BBL-medewerker wilt maken. Ook komt het geregeld voor dat een medewerker een zelfstandige arbeidsovereenkomst krijgt die doorloopt naast de BBL leer- en arbeidsovereenkomst. Die zelfstandige arbeidsovereenkomst heeft een andere doorlooptijd, wat kan leiden tot moeilijkheden bij beëindiging van het dienstverband.

Een BBL-contract is een arbeidsovereenkomst.

De werkgever kan de overeenkomst alleen tussentijds eindigen in dezelfde situaties als bij een gewone arbeidsovereenkomst. Extra mogelijkheid voor het opzeggen is als de leerovereenkomst tussentijds eindigt. Dit moet dan wel duidelijk in het BBL-contract worden opgenomen. Voorwaarde is verder dat de leerovereenkomst niet makkelijk door de werkgever kan worden beëindigd.

Let op periode BBL-contract.

Omdat een opleiding lang kan duren en de arbeidsovereenkomst wordt gesloten vanwege de opleiding, kan het opleidingsinstituut ermee instemmen dat de werkgever een BBL-contract aangaat voor een kortere periode dan de opleiding duurt. De duur van de leerovereenkomst moet aansluiten op de arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld: de werknemer volgt een 3-jarige opleiding die wordt aangeboden in blokken. De lesblokken sluiten aan bij een 1-jarige leerovereenkomst en bijhorende 1-jarige BBL-arbeidsovereenkomst. Bij goed gevolg kan de werkgever de BBL-overeenkomst verlengen.

In dienst en dan BBL-opleiding.

Als u als werkgever besluit een werknemer met een lopend arbeidscontract tot een BBL-opleiding toe te laten, zorg er dan voor dat de lopende overeenkomst eindigt en wordt vervangen door een nieuw BBL-contract. Zo ontstaan er geen onduidelijkheden over de arbeidsovereenkomst wanneer het BBL-traject afloopt.

Een uitzondering is natuurlijk als het juist de bedoeling is dat er twee arbeidsovereenkomsten naast elkaar bestaan, bijvoorbeeld voor extra oproep- of vakantiewerk bovenop het BBL-contract. Let dan goed op dat afspraken aansluiten bij wetgeving en cao-afspraken.

Wilt u advies over BBL-overeenkomsten? Neem dan contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies via 0348 41 97 71 of via advies@vakcentrum.nl.