Europa viert,

het 30-jarig bestaan van de Europese interne markt. Die interne markt is een groot goed, maar halen we de beoogde doelstellingen ooit? Ik heb daar tijdens een bijeenkomst over de interne markt, eerder deze week in Brussel, enkele kanttekeningen bij geplaatst.

europa sterren kaart blauw shutterstock_105224369 (Large)

Voor veel mkb-ondernemers wordt een interne markt nooit bereikt. De grote verschillen in nationale wetgeving blijven bestaan; bijvoorbeeld in het kader van btw en accijnzen en straks ook een nieuw verbod om producten te verkopen, die over de grens gewoon verkrijgbaar zijn. De grens­problematiek speelt voor retailers nog steeds. Maar er zijn andere voorbeelden.

Nationale koppen

De nationale koppen op Europese regels en de verschillende wijzen van uitvoering per land leiden helaas nog steeds tot een ongelijk speelveld voor ondernemers.
Neem de biologische verordening: in Nederland wordt de uitvoering via het zelfstandig bestuursorgaan SKAL geregeld. Deze vereist certificering als een winkelier bijvoorbeeld onverpakte biologische appels en koffiebonen wil verkopen, of een kaasboer stukken biologische kaas. Die certificering kost geld, zeker €800,- Daarnaast zijn er enorme administratieve lasten om bij te houden wat je verkoopt. Je moet ook nog bewijzen dat je leverancier gecertificeerd is terwijl deze certificering gewoon bij SKAL bekend is, omdat zijzelf het certificaat uitgeeft. Het resultaat: ondernemers gaan biologische producten voorverpakken (dus extra verpakking) want de kosten van certificeren en de administratieve lasten zijn nauwelijks terug te verdienen.

Toenemende fragmentatie

Daarbij dreigt een toenemende fragmentatie als gevolg van nieuwe wetgevingsvoorstellen die nationale invulling mogelijk maken, via zogenoemde ‘delegated acts’. Die lidstaten kunnen dan deels een eigen toepassing ontwikkelen.

Kosten van controle

Als de Europese wetgever een voorstel uitwerkt, dan zou het fijn zijn als ook gekeken wordt naar kosten van controles en de waarde van een eventuele mkb- ontheffing.

Ik geef een voorbeeld van de kosten van controles. Europa wil bedrijven verplichten de gevolgen van hun activiteiten voor mensenrechten en het milieu vast te leggen. Dat is de zogenoemde zorgvuldigheidsrichtlijn of ‘due diligence’. In de concept wetgeving over de ‘due diligence’ rapportage wordt niet nagedacht over de administratieve lasten en rapportage­verplichting. Rapportage kost geld, te veel geld, zeker als er een accountantsverklaring moet komen. Sterker nog: er zijn niet eens genoeg accountants voor de huidige werkzaamheden. Maak het dan tenminste mogelijk dat de ondernemer die meerdere rapportages moet opleveren dit kan regelen via een overkoepelende bevestiging.

Een voorbeeld van een ‘waardeloze’ ontheffing: de mkb-ontheffing zoals voorgesteld in de concept ‘due diligence’ wetgeving is een wassen neus. De richtlijn verplicht immers grotere bedrijven dat zij de eisen die aan hen zijn opgelegd ook aan ketenpartners opleggen. Dat zijn vaak mkb-ers die zo dus alsnog met de eisen worden geconfronteerd.

Geen dubbel werk

Als Europa met iets bezig is moet Nederland niet zelf een wetsvoorstel ontwerpen (de regering niet, maar ook de Tweede kamer niet). Zeker niet als de SER adviseert om te wachten tot het ­Europese voorstel om fragmentatie te ­voorkomen.

Er wordt, zoals ik al aangaf, in Europa al aan gewerkt aan ‘due diligence’ wetgeving, maar de Tweede Kamer wil nu op het gebied van duurzaamheid al zwaardere eisen invoeren dan de ­Europese. Het idee om in Nederland ook strafrechtelijke aansprakelijkheid te ­introduceren, waar de EU het over civiele aansprakelijkheid heeft, baart het mkb grote zorgen. Weten beleidsmakers wel dat een kruidenier in zijn winkel circa 20.000 producten verkoopt? Die ­aansprakelijkheid is echt niet te doen.

Gelijk speelveld op inkoop

Tot slot, een gelijk speelveld als het gaat om het inkopen op de interne markt ontbreekt nog steeds.
Jaren geleden is al gemeld dat ­marktsegmentatie, waarvan is bewezen dat die wordt toegepast door grote fabrikanten, een oneerlijk speelveld oplevert. Deze problemen zijn nog steeds niet opgelost. In Duitsland en ­Frankrijk is een fles cola in de winkel goedkoper dan onze inkoopprijs, stomweg omdat de ­Nederlandse inkopers de cola niet in een ander land dan Nederland mogen inkopen van de fabrikant.

Kortom, de interne markt is een groot goed. Wij blijven er voor vechten terwijl Europa viert.

mr. Patricia E.H. Hoogstraaten RAE
directeur