Persbericht: Wetsvoorstel Franchise naar Tweede Kamer - Vakcentrum: nu snel invoeren!

11 februari 2020

Het wetsvoorstel Franchise dat staatssecretaris Mona Keijzer vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd is volgens het Vakcentrum, de brancheorganisatie voor zelfstandig ondernemers in de detailhandel, een minimumpakket dat zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. De voorgestelde wetgeving brengt in ieder geval de noodzakelijke versterking van de positie van de franchisenemers tot stand. Dit brengt de positie van franchisenemers en franchisegevers meer in balans, zo constateert het Vakcentrum na een eerste lezing.

De staatssecretaris heeft, door het initiatief om de belangrijke uitgangspunten in de franchiserelatie in het Burgerlijk Wetboek te regelen, volgens het Vakcentrum, een samenhangend geheel gepresenteerd. Het wetsvoorstel raakt alle fasen van de franchiserelatie, te beginnen met de precontractuele fase. Daarnaast benoemt het wetsvoorstel de begrippen ‘goed franchisegeverschap’ en ‘goed franchisenemerschap’. Het wetsvoorstel bevat voor het Vakcentrum dan ook een minimumpakket dat ten grondslag moet liggen aan succesvolle economische samenwerking binnen franchise.

Belangrijke verbetering voor franchisenemers
In het voorstel van Keijzer zitten volgens het Vakcentrum een aantal belangrijke verbeteringen voor de positie van de franchisenemers. Zo wordt nadrukkelijk bepaald dat de franchisegever zowel voorafgaand aan als tijdens de overeenkomst die informatie moet verstrekken die weloverwogen beslissingen van de (kandidaat)franchisenemer mogelijk maakt. Dit is nu veelal onvoldoende.

Franchisenemers krijgen ook een duidelijke stem bij wijzigingen in de formule met ingrijpende financiële consequenties. De franchisegever is dan verplicht het overleg aan te gaan met de individuele franchisenemers of een vertegenwoordiging van franchisenemers.

Met betrekking tot het beëindigen van de franchisesamenwerking wordt aangegeven dat al in de franchiseovereenkomst beschreven moet worden hoe de goodwill wordt bepaald. Ook worden strenge voorwaarden gesteld aan een eventueel non-concurrentiebeding.

Minimumpakket
Het Vakcentrum ziet de wet als minimumpakket omdat een aantal problemen uit de franchisepraktijk niet wordt aangepakt. Zo wordt niets gezegd over franchisegevers die belemmeren dat een bedrijf wordt overgenomen door een kind of de samenwerking voor een tweede of volgende vestiging blokkeren. Ook het eisen van meer financiële zekerheid dan strikt noodzakelijk, wordt niet expliciet tegengegaan.