Persinformatie: Actueel beeld van de
levensmiddelendetailhandel
woensdag 1 april 2020
Kosten aanmerkelijk hoger,
omzetontwikkeling zeer
wisselend
Het Vakcentrum, de brancheorganisatie voor zelfstandig
retailondernemers heeft dagelijks contact met eigenaren van
supermarkten en foodspecialiteitenwinkels. Uit die contacten
blijkt een zeer divers beeld. In tegenstelling tot het
algemene beeld is het zeker niet zo dat alle
levensmiddelenwinkels zonder meer hogere omzetten draaien.
Als cruciale sector heeft de levensmiddelendetailhandel de
taak de voedselvoorziening te garanderen. Dat leidt ook tot
extra kosten.
Omzetontwikkeling zeer wisselend
Duidelijk wordt dat de levensmiddelendetailhandel in dit
opzicht niet als een homogene groep gezien kan worden. Binnen
de levensmiddelenbranche treden grote verschillen op. Daarbij
lijkt de locatie van de winkel een zeer bepalende factor.
Maatregelen gebaseerd op branchekenmerken zijn voor de
levensmiddelenhandel dan ook niet toereikend.
-
Supermarkten en foodspecialiteitenwinkels met een wijk- of
buurtfunctie scoorden vaak aanmerkelijk hogere omzetten. De
omzetten lijken nu, na de hamstergolf, af te vlakken.
-
De omzetten van supermarkten en foodspecialiteitenwinkels op
zogeheten high trafficlocaties zoals stations en stadskernen
zijn met 10 tot zelfs 25% teruggelopen.
-
Als gevolg van beperkingen in het grensverkeer, loopt de
omzet van winkels in de grensstreek terug door afname van
buitenlandse (Duitse en Belgische) klandizie.
-
Levensmiddelenbedrijven op toeristische locaties en de
Waddeneilanden noteren dieprode cijfers.
-
Winkels op universiteitsterreinen zijn inmiddels zelfs
gesloten.
-
Winkels op recreatieterreinen en campings kunnen niet
geopend worden in verband met sluiting van de locatie waarop
deze gevestigd is.
-
Het sterk verminderd autoverkeer leidt ook tot aanmerkelijk
lagere omzetten bij de winkels in of bij tankstations.
Kosten aanzienlijk hoger
In veel winkels
wordt langzaam duidelijk dat ze onderaan de streep er niet
beter van worden deze weken. Winkels zijn verplicht om
maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat klanten en
medewerkers voldoende afstand houden. Aan deze verplichting
wordt op verschillende manieren invulling gegeven.
-
Extra voorzieningen zijn getroffen om klanten en medewerkers
veilig te houden. Van vloermarkeringen tot plexiglas
afscherming.
-
Extra schoonmaak wordt ingezet in de winkel om weegschalen,
pin apparaten, zelfscan, winkelwagens etc. te reinigen.
-
Ondernemers moeten door het deurbeleid tenminste 70-100 uur
meer inzetten
-
Op veel plekken moet en er ook externe beveiligers worden
ingehuurd. Ondersteuning door BOA’s en/of politie is
niet altijd voldoende aanwezig.
-
De digitale aankopen zijn bij sommige ondernemers meer dan
vervijfvoudigd. De marge op digitale aankopen is echter een
stuk lager (en vaak zelfs negatief) door de kosten van
orderverwerking en bezorging.
-
Grillig consumentengedrag (zoals boodschappen doen op andere
momenten doordat men thuis werkt) leidt tot lastige
personeelsplanning.
-
Onvoorziene bevoorradingsmomenten hebben tot gevolg dat
personeelsinzet ook op andere uren dient plaats te
vinden.
-
Het veranderde aankoopgedrag leidt enerzijds tot
out-of-stock anderzijds tot hogere derving doordat
inkoopplanning niet gebaseerd kan worden op historische
gegevens (nog los van de eerste hamstergolf).
-
Als gevolg van de WAB zijn de administratieve en
personeelskosten van de, thans zo noodzakelijke, flexibele
inzet enorm gestegen.
Druk op medewerkers en ondernemers
Zowel
de werkdruk als de emotionele druk op ondernemers en
medewerkers in de levensmiddelendetailhandel zijn op dit
moment zeer hoog.
-
De hoge druk op de levensmiddelenwinkels leidt tot een
verhoogde werkdruk bij medewerkers en ondernemers.
-
Medewerkers voelen daarnaast vaak ook een verhoogde druk om
de gewijzigde thuissituatie te managen.
-
Het moeten handhaven van de regels in het kader van
corona-preventie leidt tot extra discussie in de winkels met
de klanten.
-
Een verhoogd ziekteverzuim (al snel een verdrievoudiging)
leidt tot extra kosten, onder andere door de noodzakelijke
inzet van vervangers.
Onduidelijkheid over positie levensmiddelenwinkels
-
De levensmiddelenbedrijven zijn aangemerkt als cruciale
sector. Bedrijven zetten ook alles op alles zetten om
optimaal te functioneren.
-
Echter zoals hierboven aangegeven leidt deze positie tot
onverwachte en vaak hoge kosten. Hiervoor is nog geen
compensatie voorzien. Levensmiddelenbedrijven komen voor
diverse steunmaatregelen (zoals de TOGS), ten onrechte, niet
in aanmerking.
-
De openstelling van de zelfbedieningsgroothandels was in
eerste instantie nuttig in het opvangen van de hamstergolf.
Op langere termijn kan dit echter leiden tot het afbuigen
van koopstromen naar bedrijven die gevestigd zijn op
locaties (en tegen voorwaarden) die niet voor detailhandel
bestemd zijn. Hierdoor ontstaat een ongelijk speelveld.
Klanten over het algemeen vol waardering
-
De leden van het Vakcentrum geven aan dat de klanten over
het algemeen vol waardering zijn voor de inzet van
ondernemers en medewerkers in de levensmiddelendetailhandel.
Ook op social media wordt dat duidelijk.
-
Helaas echter komen in de winkels nog regelmatig incidenten
voor als gevolg van het moeten handhaven van de
aangescherpte huisregels. Duidelijk wordt dat politie en
boa’s hier goede ondersteuning leveren.