Coen Bastiaansen (Gezondheidswinkel Gastrovit, Breda) stapt in provinciale politiek
“Je moet er bij zijn als dingen worden bedacht”
In zijn dertigjarig ondernemerschap heeft het Bredase Vakcentrumlid Coen Bastiaansen zich hard gemaakt voor zijn eigen gezondheidswinkel, zijn straat en zijn stad. Nu maakt hij de stap naar de provinciale politiek. Hij is verkiesbaar voor de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Want als je wilt dat bestuurders aan ondernemers denken, moeten die ondernemers wel aanspreekbaar en betrokken zijn.
“Je moet er bij zijn als dingen worden bedacht. Dat is me in al die jaren steeds duidelijker geworden. Bijvoorbeeld bij de herinrichting van de straat. Het is hier een 30 km zone dus dan zeggen de voorschriften dat de straat 5 meter breed wordt. Met als gevolg dat een lossende vrachtwagen gelijk het hele verkeer blokkeert. Maar wie denkt daar aan? Bij de inspraak die de gemeente als min of meer verplicht nummer organiseert, komt maar een beperkt aantal mensen opdagen. Uiteindelijk is het me gelukt. De straat is na de herinrichting 6 meter breed.”
Naast de winkel, voor de winkel
Dat is een van de vele voorbeelden die Coen geeft tijdens het gesprek over zijn bestuurlijke betrokkenheid en politieke ambitie. Hij is naast zijn winkel steeds bestuurlijk actief geweest in Breda. Náást zijn winkel, maar zeker ook vóór zijn winkel. Zo was hij onder andere bestuurslid van de Vereniging Nederlandse Reformhuizen, de winkeliersvereniging, het ondernemersfonds en de BIZ van vastgoedeigenaren.
Om de loop in de straat te krijgen, zette hij zich in voor een aansprekend kunstwerk als lokker en oriëntatiepunt. Dat is gelukt. Twee gouden leeuwinnen sieren de straat. Ze verwijzen naar de Nederlandse koninginnen, passend in de Nassau-stad Breda. Mede op zijn initiatief wordt de winkelstraat ook in hoog tempo energieneutraal met warmte-koudeopslag met het water van de nabijgelegen Singel en een zonnepark elders.
Bestuurders zoeken sparringpartners
In die bestuurlijke rollen merkt Coen steeds dat bestuurders en politici zoeken naar sparringpartners. “Ze zijn juist blij als er mensen zijn waarmee ze kunnen sparren. De kennis en ervaring is iets wat men juist nodig heeft.”
Daarom werd Coen ook gevraagd mee te denken over het verkiezingsprogramma van de lokale VVD voor de gemeenteraadsverkiezingen. “Ik was inmiddels een paar jaar lid, maar juist door het grote netwerk dat ik in Breda heb, werd ik gevraagd. Men kende mij, ze weten waar ik voor sta. En ikzelf wil impact hebben. Ik wil dat ik iets kan bijdragen, kan veranderen waar nodig.”
Na de straat en de stad, de provincie
Vanuit diezelfde VVD kwam ook de oproep voor kandidaten voor de Provinciale Staten. “Ik ken inmiddels het spel lokaal, hier in Breda. Vandaar dat ik me heb aangemeld; om weer nieuwe ervaring op te doen. En me op een ander niveau in te zetten voor een gezonde detailhandel en een gezonde levensstijl. Dat zijn mijn speerpunten. Waar gezondheid wellicht minder aan de orde komt in de Provinciale Staten, heeft de provincie wel degelijk een rol bij een goed retailbeleid”, aldus Coen.
“Ik zie bij de provincie een aantal belangrijke onderwerpen. Zoals het verkeer, het promoten van biologisch boeren, de zorg voor gezonde lucht, het bestemmen van grond voor Brabantse bedrijven in plaats van distributiedozen die geen meerwaarde leveren.”
“En als het gaat om de detailhandel kan de provincie gezonde ontwikkelingen stimuleren, maar indien nodig ook plannen toetsten. Twee steden moeten elkaar niet beconcurreren met grote nieuwe winkelcentra. Kijk ook goed naar de kansen bij herontwikkeling van oude industrieterreinen bijvoorbeeld.”
Namens ondernemers
“Ik ga de campagne voor de Staten in met de nadruk op economie, ruimtelijke ordening en volksgezondheid. Daar zit mijn kennis en ervaring. En natuurlijk als ondernemer. Want zelfs bij ‘mijn partij’ die toch van oudsher een ondernemerspartij is, staan maar weinig ondernemers op de lijst. Laat staan winkeliers. Dus laat mij die ondernemer/winkelier zijn die meedenkt. Dat moet mijn netwerk toch aanspreken”, stelt Coen Bastiaansen, die daarmee ook de Brabantse Vakcentrumleden oproept vooral te gaan stemmen (bij voorkeur op nummer 26 van lijst 1).
Kleiner en fijner
Coen is inmiddels dertig jaar ondernemer aan de Wilhelminastraat in Breda. Aanvankelijk als ‘Gastronoom’ met een breed assortiment noten, delicatessen en reform.
Na een verhuizing naar de overzijde van de straat in 1999 en een verbouwing in 2012 konden in een grotere winkel klanten bediend worden met een breed assortiment, met steeds meer nadruk op reform en gezondheid.
Sinds kort echter is de winkel aanmerkelijk kleiner geworden. Coen heeft geen opvolgers en wilde een betere werk-privébalans. Vandaar dat de winkel afgelopen zomer is gesplitst. Tweederde is verhuurd aan de
Kookzaak (ook Vakcentrumlid, red.).
Coen: “Ik heb een aantal scenarios doorlopen. Helemaal stoppen kwam niet aan de orde. Van jongs af aan draait alles om de winkel. Ik ben daarmee, letterlijk als zoon van de melkboer, opgegroeid. Het werken in de winkel is leuk, het werken met klanten is leuk.”
Deskundigheid maakt onderscheid
“Met de kleinere G&W winkel hebben we meer tijd voor onze klanten, kunnen we beter sturen op cijfers, kunnen we meer aandacht schenken aan assortimentsontwikkeling. Dat moet ook want bijvoorbeeld glutenvrij was bij ons een belangrijk product. Dat zie je nu echter ook volop in de supermarkt. Het is moeilijker om producten voor jezelf te houden. Wij initiëren en vervolgens gaat het de supermarkt in. Wat in ieder geval blijft is onze deskundigheid. Die blijft het onderscheid maken.”
Ledenvoordelen aan de muur
Op het kantoor van Coen valt op dat er een overzicht van de Vakcentrumledenvoordelen op het whiteboard hangt. “Ja, en dat hangt er al langer dan vandaag”. Maar volgens Coen zijn de ledenvoordelen maar één onderdeel van het lidmaatschap. “Ook voor het Vakcentrum geldt dat zij praten met bestuurders die blij zijn dat ze deskundige gesprekspartners hebben. Zij dienen dus ook mijn belangen. En bovendien staat het Vakcentrum mij ook bij in juridische kwesties”.