Speelgoedketen blijft groeien
ToyChamp opent 24e filiaal in Nederland
De grootschalige speelgoedketen ToyChamp groeit als kool. Eind juli opende alweer de 24e XL-winkel de deuren in Zaandam. Op 1700 m2 wordt heel veel speelgoed én veel plezier geboden. Met België meegerekend zijn er nu 33 ToyChamp-winkels. Eerst werden de winkels vooral in de periferie van steden geopend; goed bereikbaar en gratis parkeren. De laatste jaren vinden we ToyChamp ook terug in de centra van steden. Met CEO Koen Nolmans spraken we in Zaandam over het succes van ToyChamp.
Hoe verklaart u het succes in Nederland?
Nolmans: “We zijn nu sinds 2001 in Nederland actief en zijn stap voor stap gegroeid. Ik ben een Belg maar met Hollandse nuchterheid. Zo hebben we ons als familiebedrijf nooit tot vreemde acties laten verleiden. Ook hebben we vastgehouden aan onze formule in een tijd dat het in Nederland niet gebruikelijk was om grootschalige speelgoedwinkels in de periferie van grote steden te openen. Daarnaast hebben we het ‘geluk’ gehad dat concurrenten in moeilijkheden kwamen. Daar profiteerden we van door een aantal voormalige Toys XL-winkels over te kunnen nemen. Een ander belangrijk punt is dat we ons op een totaal andere manier profileren. Wij zijn een ‘destination store’. Mensen komen graag van ver naar onze winkels omdat hier altijd wat te doen is. Daarom hebben we het steevast over belevingswinkels. Kinderen kunnen hier bouwen, spelen en inspiratie opdoen. Sinds kort organiseren we Champy on Tour, zo genoemd naar onze mascotte. We reizen dan door het land en organiseren in de filialen meet & greets, workshops, productdemonstraties en allerlei andere acties waarmee we speelgoed tot leven brengen. Die combinatie van de meeste keus in speelgoed met de meerwaarde die we bieden, vormt de basis van ons succes.”
Hoeveel winkels zijn er nog mogelijk in Nederland?
Nolmans: “Een paar jaar geleden zei ik dat dertig filialen de limiet was. Nu denk ik dat er meer mogelijk is. We kijken naar mogelijkheden in alle grote agglomeraties met meer dan 100.000 mensen. We zijn dus nog lang niet uitgegroeid, maar overhaasten ons niet.”
Heeft de verschuiving van offline naar online invloed op het aantal te openen winkels?
Nolmans: “Nee, zeker niet. Wij zijn in 2013 met onze webshop gestart en de online omzet kun je vergelijken met die van één groot filiaal. Winst maken met de webshop is overigens een heel ander verhaal. Dat lukt bijna niemand, ook ons niet. Voor ons is e-commerce toch vooral een middel om mensen naar de winkel te trekken. Dáár moet het gebeuren. Door online puristen wordt altijd maar gezegd dat de fysieke speelgoedwinkel dood is omdat je online toegang hebt tot veel meer speelgoed, waar ook ter wereld. Dat mag dan wel zijn, maar zet een kind eens voor een beeldscherm. Dat wordt helemaal tureluurs van het urenlang zoeken! Het is veel leuker om naar onze winkels te komen waar je in tien minuten tijd méér speelgoed ziet dan dat je een hele dag online ziet. Daarnaast heeft ook de coronacrisis, en met name de lockdowns, bewezen hoe belangrijk sociaal contact is. Iedereen was blij om weer te mogen winkelen, elkaar fysiek te ontmoeten. Ondanks, of misschien wel dankzij corona, zijn we weer enorm gegroeid. Dit jaar zijn we klaar met winkelopeningen, in 2023 gaan we gestaag verder!”
Waar kon je als ondernemer tijdens de coronacrisis beter zitten, in Nederland of België?
Nolmans: “In eerste instantie was ik fan van de Nederlandse aanpak met de ‘intelligente lockdown’. In België moesten we meteen sluiten want we waren ‘niet-essentieel’. Akelig woord trouwens. De Belgische overheid was overigens wel direct zeer vrijgevig. Vanaf dag twee hadden we 0,0 aan loonkosten. In november 2020 moesten we in België weer sluiten. In Nederland waren de lockdowns gelukkig twee weken ná Sinterklaas. Dat deed wat minder pijn. Gaandeweg de crisis vond ik wel dat België beter meedacht met de detailhandel, terwijl men in Nederland juist (te) star bleef. Zeker die tweede lockdown zit me nog altijd hoog. Dan zie je toch dat politici weinig kaas hebben gegeten van detailhandel. Wat me verder in algemene zin stoorde, was dat er in Europees verband geen aanpak van de crisis was. Iedereen deed maar wat. Waar was de EU? Hopelijk zijn er goede lessen geleerd zodat in het geval van een toekomstige crisis een herhaling van de drama’s voor de detailhandel wordt voorkomen.”
“Je merkte dat het Vakcentrum zijn uiterste best deed om onze belangen in Den Haag te verdedigen. Dat krachtige optreden van Vakcentrum, misten we in België”
Hoe heeft u de steun van Vakcentrum in die coronaperiode ervaren?
Nolmans: “Heel positief. Door de Corona Actua e-mailnieuwsbrieven werden we soms bijna dagelijks op de hoogte gehouden over wat er speelde. Zodoende merkte je dat Vakcentrum zijn uiterste best deed om onze belangen in Den Haag te verdedigen. Wat ik ook goed vond, was dat het Vakcentrum regelmatig aan de leden om ‘feedback’ vroeg, zodat men in Den Haag goed beslagen ten ijs kon komen met praktijkvoorbeelden uit het hele land. Dat krachtige optreden van een brancheorganisatie als Vakcentrum, misten we in België.”
Welke maatregelen hebben jullie genomen om in het najaar de schappen gevuld te houden?
Nolmans: “Vorig jaar hadden we al te maken met een enorme disruptie in de distributieketen. Dat zorgde ervoor dat veel leveringen vertraagd waren. Tevens zorgde de lockdown in Nederland op een cruciaal moment ervoor dat veel speelgoed in de magazijnen en winkels bleef liggen. We zijn ook strategisch gaan inkopen, haast gaan hamsteren, wetende dat de prijzen gingen stijgen. Dit alles heeft ertoe bijgedragen dat onze magazijnen tot de nok toe gevuld zijn, zodat we in het najaar niet met lege schappen komen te zitten.”
Wat zijn tot slot uw verwachtingen voor de rest van 2022?
Nolmans: “Ik denk wel dat het een moeizaam najaar wordt. We zijn van de ene crisis in de andere geraakt. De risico’s worden alsmaar lastiger om af te dekken en in te schatten. Prijzen stijgen en het is de vraag hoe de consument daar dit najaar op gaat reageren. Dat is spannend. Van de andere kant worden in tijden van crises de kinderen altijd zoveel mogelijk ontzien. Sinterklaas wordt zeker gevierd! En elk kind viert zijn of haar verjaardag waarvoor cadeautjes worden gekocht. Laat ik me daar maar aan vasthouden, op al het andere kan ik vrij weinig invloed uitoefenen!”