Olivia de Wolf (Albert Heijn) maakt ruimte om te groeien

Olivia de Wolf nam in 2000 samen met haar echtgenoot, zus en zwager een Albert Heijn-vestiging in Rotterdam over. Inmiddels is het bedrijf uitgebreid naar zeven winkels met verschillende formules, zoals Etos, Gall&Gall en Primera. Werken onder de vlag van zulke grote ketens biedt allerlei voordelen.

DOT magazine Klantverhaal CBBS - Olivia de Wolf - eigenaresse van de Albert Heijn 006 (Large) Fotograaf: Fred Leeflang

In de 23 jaar dat De Wolf samen met haar familieleden leidinggeeft aan het bedrijf, is er een hoop veranderd. Waar ze begonnen met één Albert Heijn-vestiging van vijfhonderd vierkante meter, leiden ze nu twee supermarkten, een Etos, een Gall&Gall, een Primera en een Retourette. Dat laatste is een plek waar men terechtkan om zaken – van kleding tot lege flessen – te recyclen, maar ook om samen te komen voor een activiteit in de buurt.

Het avontuur begon toen De Wolf en haar zus afstudeerden van de ondernemersopleiding. Hun ouders zaten al in de supermarktbranche, dus dat leek een logische stap. Allebei hadden ze direct een goed gevoel bij Albert Heijn: het leek hen een sterk merk waar ze nog een tijd mee vooruit zouden kunnen.

Vestiging ter overname

‘Toen waren er nog veel meer supermarktformules dan nu,’ blikt De Wolf terug. ‘We hebben ze allemaal goed bekeken, en uiteindelijk kwam Albert Heijn als winnaar uit de bus. In die tijd meldde je je aan voor een poule van geïnteresseerden en moest je hopen dat je werd gebeld als er een Albert Heijn-vestiging vrijkwam voor overname. Gelukkig was dat al snel het geval: we mochten een franchise in Rotterdam.’

Dat was behoorlijk spannend, herinnert De Wolf zich. ‘We waren net 25 jaar en hadden nauwelijks financiële draagkracht. Toch werd het ons gegund. Onze echtgenoten besloten ook in te stappen. En het ging goed: het bedrijf van tien naar rond de driehonderd medewerkers.’

Hoewel ze onder de vlag van Albert Heijn opereren, krijgen ze veel vrijheid. ‘Natuurlijk franchisen we een formule, dus hebben we ons te houden aan bepaalde uitgangspunten, zoals de indeling van de winkel en de prijzen. Aan de andere kant: als wij denken dat een lokaal product het goed zou doen in onze schappen, mogen we dat gewoon toevoegen, mits wordt voldaan aan de kwaliteitseisen. We houden ook onze eigen broek op, dus als wij denken te weten hoe we de winkel het beste kunnen runnen, mogen we onze gang gaan. Wel heeft Albert Heijn een bepaalde vorm van zorgplicht: als het nodig is, krijgen we ondersteuning.’

Ondernemen en vernieuwen

Natuurlijk worden vanuit Albert Heijn wel bepaalde vernieuwingen geïnitieerd. Daar gaat De Wolf niet altijd direct in mee. ‘Bij een nieuwe productsoort of presentatievorm kijken we vaak wel even de kat uit de boom. Soms is er ook best een behoorlijke investering mee gemoeid. Die afweging tussen kosten en baten mogen we als zelfstandig ondernemers zelf maken. Alleen als je gaat verbouwen – en dat doe je bij een winkel algauw iedere zeven à acht jaar – heb je wel de verplichting om nieuwe standaardzaken, bijvoorbeeld in de inrichting, af te nemen. Dat is ook alleen maar voordelig: Albert Heijn kan die veel goedkoper inkopen dan wij.’

Sommige systemen, bijvoorbeeld rondom automatisering, worden aangereikt door Albert Heijn, maar dat geldt niet voor alles. Sinds één jaar worden de loonstroken bijvoorbeeld gemaakt door CBBS. De Wolf kwam met het administratiekantoor in contact via het accountantsbureau, dat overschakelde naar CBBS voor de afhandeling van de loonadministratie. ‘Aanvankelijk vonden we het spannend, maar de overstap viel ons enorm mee. Het gaat niet alleen om een loonstrookje, maar ook om een heel HR-systeem dat eraan vasthangt, inclusief de koppeling van uren. We hadden best wat eisen, maar alles is heel voortvarend opgepakt.’

Daardoor houdt De Wolf meer ruimte over om bezig te zijn met ondernemen en vernieuwen. ‘Het is een uitdagende tijd voor supermarkten: de markt staat nooit stil en de politiek maakt het mkb’ers niet altijd makkelijk. Ook de coronacrisis, de stijgende energieprijzen en de hoge inflatie hebben ons hard geraakt. Van supermarkten wordt steeds meer verwacht, met name op het gebied van duurzaamheid, gezondheid en inzicht geven in waar voedsel vandaan komt. Op al die gebieden willen wij voortvarend te werk gaan.’