Einde lockdown leidt tot toename bedrijvigheid

‘Verkoopzaadje’ lijkt geplant

Stapsgewijs werden in de afgelopen weken de maatregelen met betrekking tot de coronapandemie afgebouwd, met als – voorlopig - laatste stap de uitgebreide versoepeling op 5 juni jl. Er lijkt een direct verband te bestaan tussen deze afbouw van maatregelen en de activiteiten op de telefoon en in de mail. Wat gebeurt er? De afgelopen weken trok niet alleen het aanbod van detailhandelsondernemingen aan, maar ook de vraag er naar.

400x150__Financieel voordeel

Naast de ondernemers die verzoeken om een advies ten aanzien van de waarde van hun onderneming, om verkoopbegeleiding en om aanbieding van de winkel, werden wij ook meermaals gebeld door partijen die gericht informeren naar een winkel in een bepaalde branche en in een bepaald gebied.

De periode van een relatieve inactiviteit op overdrachtsgebied, die in maart 2020 aanving, lijkt hiermee ten einde te lopen. Stille dossiers die destijds op verzoek van de opdrachtgever terzijde werden gelegd leven weer op, nieuwe aspirant-verkopers dienen zich aan en kopers worden actiever.

X- of Y-maal de omzet?

Klaarblijkelijk is gedurende het afgelopen jaar het ‘verkoopzaadje’ in het hoofd van de ondernemers geplant en pakken die het eerste moment dat mogelijk is aan om stappen te zetten. In lijn met het drieluik inzake bedrijfsovername van 2020 in dit blad, merk je goed dat deelproces 1, de preovername, is aangevangen. De daarbij veelvuldig aan ons gestelde vraag luidt dan: “Kun je mij even uitleggen hoe de waarde van mijn bedrijf wordt bepaald? Is het X-maal de weekomzet, of Y-maal de cashflow, of misschien wel Z-maal de overwinst?”

Hiermee wordt dan gerefereerd aan in het verleden regelmatig gebruikte ‘multipliers’ die dienen om de (goodwill)waarde van een onderneming te bepalen. Deze benadering gaat uit van een gerealiseerde omzet, of een cashflow die vermenigvuldigd wordt met een factor die gebaseerd is op gemiddelden die werden verkregen door benchmarkgegevens te raadplegen.

Geen voorstander

Vakcentrum Bedrijfsadvies is hier geen voorstander van. Het zou namelijk suggereren dat ieder bedrijf een gemiddeld bedrijf is, met resultaten gelijk aan het branchegemiddelde. Om twee uitersten van de nadelen van deze methodiek te benoemen: in theorie kun je op deze wijze goodwill toekennen aan een onderneming die verliesgevend is. De koper betaalt te veel. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. Je hebt onvoldoende oog voor een onderneming die aan het begin van de  groeicurve zit, met goede resultaatverwachtingen. Hier ontvangt de verkoper een te lage prijs voor zijn of haar onderneming.

Drie componenten

De waarde van een onderneming bestaat in de regel uit drie componenten: de boekwaarde van de activa op het moment van overdracht, een eventuele meerwaarde die men daar aan toekent (goodwill) en de waarde van de handelsvoorraad op het moment van overdracht. Waarbij de goodwill een waardering is voor in de toekomst te behalen resultaten en niet voor resultaten die in het verleden werden behaald. Wij kennen immers allemaal voorbeelden van branches of winkels die in het verleden prachtige resultaten boekten, maar onder invloed van een veranderende markt in zwaar weer verkeren of zelfs helemaal zijn verdwenen. Deze bedrijven zullen ondanks de goede resultaten in het verleden geen goodwill meer opbrengen.

Waardering onderneming is maatwerk

Uit het voorgaande blijkt: waardering van een onderneming is maatwerk! De boekwaarde van de activa en de waarde van de handelsvoorraad laat ik voor nu even buiten beschouwing en zoom in op de waarde van de goodwill.

Wij hanteren de volgende definitie voor goodwill: de goodwill is gelijk aan de contante waarde (NCW) van de toekomstige operationele vrije kasstromen na het waarderingsmoment. De contante waarde van deze toekomstige kasstroom is de huidige waarde ervan, verkregen door het toepassen van een disconteringsvoet op de toekomstige kasstromen.’

Goodwill in vijf jaar terugverdienen

Een hele mond vol. Ik kan mij voorstellen dat dit meer vragen oproept dan dat ze beantwoordt. Daarom onderstaande toelichting.

Bij de vaststelling van de goodwill wordt rekening gehouden met de continuïteit van de onderneming voor de koper. De terugverdientijd van de goodwill wordt gebaseerd op een periode van maximaal vijf jaar. Met andere woorden, de koper moet in staat zijn om de betaalde goodwill - naast zijn eigen inkomen - in vijf jaar terug te verdienen.

Daartoe stellen wij een genormaliseerde begroting op waarbij de toekomstige kasstromen worden bepaald voor die periode van vijf jaren. Deze kasstromen worden contant gemaakt naar het waarderingsmoment. Anders gezegd, wat is de som van de toekomstige kasstromen vandaag waard?  

Normaliseren houdt in dat wij de onderneming ‘ontdoen’ van alle ondernemerseigen aspecten. Dus geen rekening houden met mogelijke groepsmaatschappijen. Indien noodzakelijk passen wij de exploitatiekosten aan én houden rekening met noodzakelijke investeringen in de toekomst.

Het bepalen van de waarde van de goodwill is dus maatwerk. Binnen Vakcentrum Bedrijfsadvies beschikken wij over een aantal specialisten op dat gebied. Speelt het waarderingsvraagstuk ook binnen uw onderneming? Neemt u dan contact met ons op via (0348) 41 97 71.

17-06-2021