Albert Heijn Spaarndam, Dorpssupermarkt met werelds ­karakter

29-7-2023

Han Bouwens exploiteert in Haarlem en Spaarndam twee winkels van Albert Heijn. Hij is de derde generatie, geboren en getogen in Spaarndam. In 1989, toen hij officieel in dienst kwam, ging hij met zijn vader in zee met Albert Heijn. In 1997 nam hij de supermarkt definitief van hem over om een jaar later een tweede supermarkt in Haarlem te openen zodat het risico beter kon worden gespreid. In 2005 verhuisde hij in Spaarndam naar een noodlocatie totdat hij in 2018 eindelijk zijn nieuwe winkel van 1060 m2 kon openen.

“Waarom dat zo lang duurde? Er waren toch wel twijfels over Spaarndam als locatie: te groot voor het servet, te klein voor het tafellaken”, vertelt Han. “Ik deelde die twijfels overigens niet. Ik heb een heel groot Spaarndam-hart, ken alles en iedereen. Het was daarom mijn eer te na: dit moest gewoon lukken en nu we hier vijf jaar zitten heb ik mijn gelijk wel bewezen: elk jaar hebben we de omzet weten te verhogen. Begin juli draaiden we hier € 235.000,- omzet per week en dat is erg goed voor een dorpssupermarkt. Dat had ik niet voor mogelijk gehouden!”

Bij de Buuf

Volgens Han heeft Albert Heijn zijn zaakjes heel goed voor elkaar. “Het is allemaal superstrak georganiseerd en je weet waar je aan toe bent. Je zit als franchisenemer wel meer in een keurslijf en ik ben soms jaloers op mijn Jumbo-­collega’s. Ik hoor zeggen dat daar de regels wat losser zijn.”

“Maar mijn vrijheid en creativiteit vind ik in andere zaken waarmee ik me bezig houd, waaronder ‘Bij de Buuf’, de ondernemers­vereniging en onroerend goed projecten.
‘Bij de Buuf’ zit naast de Albert Heijn in ­Spaarndam en daar verkopen we lokale producten uit Spaarnwoude zoals kaas, bier, paardenworst en gerookte paling. Je kunt er ook rustig een kop koffie drinken of iets eten. Het is een gezellig ontmoetingspunt, een soort dorpshuis, waar wekelijks 600 tot 700 klanten gebruik van maken.”

Spaarndam en Haarlem niet te ­vergelijken

De Albert Heijn in Spaarndam is niet te vergelijken met de winkel in Haarlem aan het ­Marsmanplein die ook 600 m2 groter is. Ze liggen hemelsbreed maar een paar kilometer van elkaar, maar het is volgens Han echt een wereld van verschil: “In Spaarndam hebben we een dorpssupermarkt met een werelds karakter. Spaarndam is ook hip en modern. De laatste jaren zijn er veel huizen bijgebouwd, vaak in de hogere prijsklasse. Klanten zijn heel erg blij met hun ‘Appie’ midden in het dorp en als ze weten dat er een lokale ondernemer achter zit, dan vinden ze het helemaal interessant.

In ­Spaarndam ben ik dan toch een beetje de gastheer en maak met iedereen een praatje. De winkel in Spaarndam is ook meer betrokken bij het lokale verenigingsleven. Ik woon in het dorp en iedereen weet me te vinden als er iets georganiseerd moet worden. Overigens doe ik lang niet overal meer aan mee. Er moet wel ergens een win-winsituatie zijn.
In Haarlem is het onpersoonlijker. Mensen doen hun boodschappen en klaar. Daar sta ik als ondernemer minder op de voorgrond. Wat overigens voor beide supermarkten geldt, is dat wij er continu naar streven onze zaken beter voor elkaar te hebben dan de gemiddelde (AH) supermarkt.”

Als een pingpongbal door de flipperkast

Al heeft Han over de omzet in beide winkels niets te klagen, wil dat niet zeggen dat het, om in supermarkttermen te blijven, allemaal koek en ei is. “Als je ziet hoe hard de kosten momenteel stijgen, dan krab je jezelf wel achter de oren: het is ook nooit genoeg. Nou moet je wéér alles uit jezelf persen om te overleven. Ik word dit jaar 56, loop al sinds mijn tienerjaren in het supermarktwereldje mee, en stel mijzelf wel de vraag hoe ik nog een keer alles uit de kast kan halen. Eigenlijk moet ik mijzelf weer opnieuw uitvinden, nieuwe energie vinden zodat je je mensen kunt blijven inspireren en motiveren. Omgaan met verbale of fysieke agressie blijft ook een punt van zorg. Dat speelt overigens niet alleen bij jongeren, het aantal verwarde ouderen neemt eveneens toe. Soms krijg ik een heel verhaal hoe ik mijn supermarkt moet runnen. Dan kookt mijn bloed maar je moet toch netjes en geduldig blijven. Ook via social media of mail krijg je de nodige bagger over je heen. Dat heeft mij doen besluiten om meer afstand te nemen. Het is een stukje zelfbescherming om te voorkomen dat je continu als een pingpongbal door de flipperkast wordt gejaagd.”

Helicopterview

Een van de keuzes die Han heeft gemaakt, is om een rechterhand tussen hem en de gehele werkvloer te zetten. Iemand die via de ­managementteams de taal van bijvoorbeeld de vakkenvullers beter spreekt. “Het zijn toch vaak kinderen met hele andere normen en waarden en hoewel ik jong van geest ben, merk ik dat ik er moeite mee heb om die groep op hun gedrag aan te spreken. Dan is het beter dat dit gebeurt door iemand die jonger is. Ik ga dus meer met een helicopterview boven alle activiteiten hangen en operationele zaken aan anderen overlaten; de teams meer autonomie geven. Ik wil vooral genieten van alle leuke kanten van dit wereldje, want dat is het óók. Ik wil mijn kennis en ervaring inzetten om er nóg betere supermarkten van te maken. Daarom wil ik ook de kwaliteit van het personeel verhogen door opleiding en training. Om dit alles in goede banen te kunnen leiden, zitten we in een coachingstraject waar we veel van leren.”

Samen sta je sterk

Waarom is Han Bouwens tot slot lid van ­Vakcentrum? “Dat is toch de belangen­behartiging, want samen sta je sterk. ­Daarnaast maken we gebruik van de dienstverlening onder meer op juridisch gebied. We hebben een aantal issues gehad met medewerkers waar Vakcentrum ons goed bij heeft geholpen”, aldus Han. “Een ander punt is de Dag van het Vakcentrum. Er is altijd een leerzaam programma en je ontmoet er collega’s van Albert Heijn, Jumbo, Spar, Plus en dergelijke. Als zij niet in je directe omgeving zitten, wordt er open en eerlijk over de business gesproken. Ik zou het daarom toejuichen als Vakcentrum meer van dit soort brainstorm- en netwerksessies zou organiseren.

Wat mijn verwachting voor de rest van het jaar is? Omzetmatig denk ik dat we weer een goed tweede halfjaar tegemoet gaan. De grote uitdaging is om de forse kosten- en loonstijging goed te verwerken, maar dat gaat ons lukken!”