Het lijkt logisch om vaste contracten zekerheid te laten bieden. Maar wie de cijfers van de afgelopen drie jaar bekijkt, ziet iets anders. De gemiddelde spotprijs (directe marktprijs per uur) lag op €135,45 per MWh, terwijl de vaste prijzen op de termijnmarkt uitkwamen op €272 per MWh. Zelfs in een periode waarin energieprijzen historisch hoog opliepen, bleek dynamisch inkopen dus aanzienlijk voordeliger.
Dat roept de vraag op: is actief ‘de markt timen’ wel zinvol? Wetenschappelijk onderzoek naar beleggen laat zien van niet. Net als bij aandelen lukt het de meeste beleggers niet om structureel beter te presteren dan de markt. Sterker nog, 90% haalt juist een lager rendement.
De vergelijking gaat ook op voor energie: vastzetten is eigenlijk speculeren dat u de markt verslaat. Dynamische inkoop lijkt meer op passief beleggen: je volgt de index, met aantoonbaar betere resultaten op de lange termijn.
Een ander voordeel van dynamische inkoop is dat het risico wordt gespreid. Bij vaste contracten kiest u enkele momenten waarop u prijzen vastlegt, terwijl u bij dynamisch inkopen ieder uur betaalt wat de markt doet. Daarmee past dit systeem bij de bewezen “DCA-methode” uit de beleggingswereld, waarbij kosten en risico’s gelijkmatig verdeeld worden.
Daarnaast speelt de Nederlandse context mee. Het stroomnet zit vol: duizenden bedrijven wachten op extra capaciteit, terwijl tegelijkertijd een overschot aan zonnestroom het net belast. Deze spanning zorgt voor blijvende prijsdruk en onvoorspelbaarheid.
Conclusie: wie op de lange termijn slim met energie wil inkopen, kiest beter voor dynamische tarieven. Het volgt de markt, spreidt risico’s én is bewezen voordeliger.
Lees hier een uitgebreidere analyse.