GoodyFood (Hilversum): "De wereld een beetje beter en mooier maken"

2-3-2024

Rob en Herma Zentveld, grondleggers van GoodyFood in het centrum van Hilversum, hebben het geluk - zo mag je dat tegenwoordig wel zeggen - dat zij de biologische supermarkt waar zij 45 jaar hun ziel en zaligheid in legden, konden overdragen aan hun zoon Jeroen (35). Vier jaar geleden stapte hij in en is inmiddels mede-eigenaar. Rob en Herma trekken zich nu langzaamaan terug uit het bedrijf. Toch was het geen uitgemaakte zaak dat Jeroen GoodyFood zou overnemen.

“Mijn ouders zijn begonnen in Utrecht en verhuisden later met de winkel naar Hilversum. Ik wilde echter de horeca in en zij lieten mij heel vrij in die keuze. Ik ging naar de Hogere Hotelschool en heb veel gereisd. Zo liep ik stage in Zuid-Afrika, maakte een tussenstop in Nederland waar ik in een hotel werkte en afstudeerde en ging vervolgens op de bonnefooi naar Londen”, vertelt Jeroen. “Ik werkte daar in de sales van het Hilton en reisde daarvoor veel naar Azië, Amerika en Europa. Dat klinkt allemaal heel mooi, en als je nog jong bent is het dat ook, maar gaandeweg miste ik toch iets. Het ging vooral over geld verdienen en targets halen. Er moest altijd maar meer bij en er was nooit tijd voor rust of ontspanning. Ik ontdekte dat dit niet langer bij mij paste en wilde mijn ­leven een andere kant op sturen. Meer zin geven.”

Alléén geld verdienen is niet mijn doel

Je was het zat om telkens targets te halen en veel uren te draaien en dan neem je de supermarkt van je ouders over? Dat moet je toch even uitleggen. Jeroen: “Ik miste een doel in het leven. Ik was toen 30 jaar oud, het vele reizen zat, ik miste mijn sociale contacten en dan kom je tot andere inzichten. Inmiddels heb ik ook een gezin. Maar die druk om targets te halen heb je hier natuurlijk ook. Het grote verschil is toch dat je dit voor jezelf doet. Tevens sta ik helemaal achter het principe van biologisch; de wil om de wereld een beetje beter en mooier te maken.
Alléén geld verdienen is niet mijn doel, het gaat erom wat je daarmee doet. Dat zit toch van kinds af aan in mijn DNA verankerd. Het mooie is dat de ervaring uit de horeca nu heel goed van pas komt in de winkel. Ik wil het mensen graag naar de zin maken, zowel klanten als mijn collega’s. Goed gastheerschap is één van de punten waarmee wij ons als GoodyFood onderscheiden.”

Onze klanten zijn kritischer

Jeroen stapte in 2020, kort voor de coronacrisis, in een gespreid bedje. GoodyFood stond als een huis en de noodzaak om ineens ingrijpende veranderingen door te voeren was er niet.
“In 2020 hebben we de winkel wel wat opgefrist maar dat was het. Klanten en leveranciers zijn tevreden, dus daar kunnen we op voortborduren. Je kunt alleen er naar streven om het beter te doen, zowel voor als achter de schermen”, aldus Jeroen. “En je moet je er ook van bewust zijn dat verandering bij onze klanten niet altijd welkom is. Die is gewend een bepaalde route te lopen en hun producten op dezelfde plek te vinden. Onze klanten zijn ook kritischer dan de gemiddelde supermarktklant. Daar moet je goed mee om kunnen gaan door de juiste informatie te geven en de juiste biologische, duurzame producten aan te bieden. Groot voordeel daarvan is weer dat we een heel sterke binding hebben met onze klanten en dat ‘de laagste prijs’ hier niet van doorslaggevend belang is.”

Donkergroene en lichtgroene ­consumenten

De mensen die bij GoodyFood boodschappen doen, zijn grofweg verdeeld in twee stereotypen: de donkergroene en de lichtgroene consument. De eerste kiest er bewust voor om alleen bij biologische winkels of supermarkten hun boodschappen te doen, draagt tweedehandskleding, doet met de fiets boodschappen, vliegt niet en is zeer begaan met het milieu. De lichtgroene consument is minder strikt in zijn gedrag. Hij koopt bij GoodyFood én bij de ‘gewone’ supermarkt en is ook kritischer op de prijs. De donkergroene consument consumindert, de lichtgroene consumeert. “Wij hopen natuurlijk van de lichtgroene consument een donkergroene te maken, al blijkt dat in de praktijk toch heel lastig. Dat heeft met opvoeding en interesses te maken”, aldus Jeroen. “Beide groepen zijn ons even lief en we profileren ons als een biologische supermarkt met de kennis van een speciaalzaak. Dat zit in onze kennis van biologische producten, de passie daarvoor en de tijd die we nemen voor onze klanten. Zij stellen over het algemeen wat meer vragen over bepaalde producten, bijvoorbeeld als er ziekte in het spel is. Bewustwording voor biologische producten moet eigenlijk van onderaf starten. Te veel kinderen hebben geen idee waar hun voedsel vandaan komt. Nee, chocolademelk komt niet van een bruine koe. We raken steeds meer losgekoppeld van de natuur en waar onze voeding vandaan komt en daar zou op scholen veel meer aandacht voor moeten zijn.”

Het kan anders en het moet anders

Het is de missie van GoodyFood het mogelijk te maken dat iedereen op een duurzame en transparante manier zijn boodschappen doet. “Het kan anders en het moet anders. Ten aanzien van biologische producten of duurzaam geproduceerde producten, hebben wij en diverse van onze collega’s door het hele land altijd een pioniersrol vervuld”, vertelt Jeroen. “Mijn ouders zagen decennia geleden al dat er zaken rondom landbouw, veeteelt en dergelijke fundamenteel scheef zaten. Er is ondertussen veel ten goede veranderd, maar er blijft nog zoveel meer om te verbeteren. Maar als je ziet hoe onze rol in de markt telkens weer door ondoordachte wet- en regelgeving en certificering wordt gefrustreerd, dan hebben we nog een lange weg te gaan. Ik ben daarom ook heel blij met de steun van Vakcentrum die in Den Haag en in Brussel strijdt voor de belangen van de biologische supermarkten en speciaalzaken.”

Een mooie en duurzame manier van ondernemen

Het gaat goed met GoodyFood (700 m2). Vorig jaar werd een omzetplus gerealiseerd van circa 20% ten opzichte van pre-coronajaar 2019. Het nieuwe jaar startte ook weer veel beter dan 2023. “Je ziet ook dat alle pioniers van het eerste uur nu langzaamaan met pensioen gaan en dat de winkels toch worden voortgezet”, vertelt Jeroen tot slot. “Hetzij door de eigen kinderen, hetzij door verkoop. Ik vind dat een positief signaal dat er een goede toekomst zit in de biologische supermarkt of speciaalzaak. Het is bovendien ontzettend belangrijk voor de landelijke zichtbaarheid van ons type winkels. Dit is een hele mooie en duurzame manier van ondernemen waar ik en zoveel anderen zich goed bij voelen.”