Inbreng Vakcentrum bij evaluatie EU-verordening 'Groepsvrijstelling Verticalen'

De Europese Commissie evalueert momenteel de Groepsvrijstelling Verticalen (Verordening 330/2010) en de uitleg van die regels in de zogenaamde "Richtsnoeren". Deze verordening schept een vrijhaven van het verbod op overeenkomsten tussen ondernemingen op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen, zoals bijvoorbeeld een overeenkomst tussen een producent en distribiteur met daarin voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten kunnen kopen, verkopen of doorverkopen (“verticale overeenkomsten”). De groepsvrijstelling bepaalt - kort gezegd - welke overeenkomsten sowieso wel zijn toegestaan onder het mededingingsrecht, omdat die worden geacht voordelig te zijn voor de consument of te onbelangrijk om nadelig te zijn voor de mededinging. Omdat deze verordening ook van toepassing is op franchiseovereenkomsten moet Vakcentrum daar natuurlijk over mee praten.

Lees hier de schriftelijke reactie van het Vakcentrum op de consultatie (pdf, Engels).

Hoofdpunt van Vakcentrum is het onjuiste uitgangspunt dat in de Richtsnoeren - dus de uitleg van de Groepsvrijstelling - te lezen valt, namelijk dat alle beperkingen voor franchisenemers in een franchiseovereenkomst wel gerechtvaardigd zullen zijn, omdat die nodig zijn voor de franchisegever om de ‘’know how’’ en de reputatie van de formule te beschermen. En dat zou dan weer goed zijn voor de consument. Het is volgens Vakcentrum een veel te ongenuanceerde uitleg van een eerder arrest van het Europese Hof van Justitie (Pronuptia-arrest), wat franchisegevers een onterecht platform biedt voor ongelimiteerde beperkingen van de franchisenemers, zoals bijvoorbeeld het non-concurrentiebeding. Andere punten van aandacht zijn de online concurrentie door franchisegevers, marktplaatsverboden, dubbele prijsstelling en "only online" verkoopkanalen.

Het is duidelijk dat door de opkomst van e-commerce ook het mededingingsrecht aangepast moet worden. Hierbij is in ieder geval van belang dat fysieke winkels worden beschermd, met het oog het serviceniveau voor de consument en de leefbaarheid van buurt of wijk.

Binnenkort volgt de terugkoppeling op de consultatie en halverwege 2020 wordt besloten of de Groepsvrijstelling en de Richtlijnen zullen worden verlengd en zo nodig aangepast.

 

07-02-2020